Hoe bereken je het getij?
Op sommige wateren zoals de Waddenzee moet je echt rekening houden met de getijden als je een vaarroute gaat plannen. De diepte van het vaarwater kan wel enkele meters verschillen afhankelijk van het moment. Ook de wind heeft nog invloed op de hoogte van de waterstand.
Aanlandige wind zorgt voor een extra hoge waterstand. In de oefenopgaven en de Vaarbewijs 2 examenvragen wordt bij getijden berekeningen geen rekening gehouden met de invloed van de wind.

Aantrekking van de maan
Eb en vloed ontstaan door de aantrekkingskracht van de maan en de zon op het water in onze zeeën. Vooral de invloed van de maan is groot, omdat de maan veel dichter bij de aarde staat. Per dag is het 2x hoogwater en 2x laagwater, dus ongeveer om de 6 uur verandert de getijdestroming van richting.
Hoogwater en laagwater
In water waarin het getij een rol speelt zij er twee factoren waar je rekening mee moet houden.
- De diepte van het water varieert, sommige delen kunnen zelfs bij laagtij droog komen te staan.
- En je moet rekening houden met een horizontale eb- en vloedstroom. Deze stroming kan je mee en tegen hebben en een grote invloed hebben op je snelheid ten opzichte van de grond.
Springtij en doodtij
Per maand is het 2x springtij en 2x doodtij, dit is afhankelijk van de maanstand en de zonstand die elkaar dan versterken of verzwakken.
Alles leren voor je Vaarbewijs 2?
- Wil je meer leren over springtij en doodtij?
- Hoe heeft de maanstand invloed op het getij?
- Waarom heb je LAT en rijzing nodig om het getij te berekenen?
- Hoe werkt de 1/12de regel?
Ook je Vaarbewijs 2 halen? Start nu direct!