Waterverplaatsing

Zuiging

Zuiging bij het passeren van schepen

Zuiging treedt vooral op in smal vaarwater en bij grote schepen. Vooral de breedte en de diepgang van het schip hebben een grote invloed op de zuiging. Met name als je zelf op een klein schip vaart, moet je hier rekening mee houden en zoveel mogelijk afstand houden en bijsturen.

De waterverplaatsing die optreedt wordt vooral veroorzaakt, doordat grote schepen veel water wegduwen met hun boeg en met hun schroef, hierdoor ontstaan niveauverschillen in het water.

Grote schepen die elkaar tegemoet varen worden van elkaar weggedrukt. Dit komt door de boeggolven die tegen elkaar opbotsen. Als de boeggolf voorbij is wordt je naar het schip toegezogen en als je bij de hekgolf van het schip bent wordt je er weer vanaf geduwd.

Grote schepen die elkaar passeren (dit heet ook wel oplopen) worden naar elkaar toe gezogen. Als je het grote schip hebt ingehaald wordt je weer wat afgeremd door de boeggolf.

Alles leren voor je Vaarbewijs 1?

  • Wil je leren wat het effect van de boeggolf en hekgolf is?
  • Ken je het oevereffect?
  • Hou je rekening met de dode hoek van binnenvaartschepen?

Ook je Vaarbewijs 1 halen bij Vaarbewijs Filmpjes?

Meer lezen?

Veel gestelde vragen

Wanneer ontstaat er zuiging in het water?

Zuiging treedt op in smal vaarwater en bij brede schepen met een grote diepgang.

Wat is het oevereffect?

Bij het oevereffect dan wordt de achterkant van een snelvarende boot die dicht langs de oever vaart naar de oever toe getrokken.

Wat is planeren?

Een boot gaat planeren als hij uit het water komt en op zijn eigen boeggolf gaat varen.

× Vragen?